V4
"Rheinbote" - "Raketen-Sprenggranate 4831" - "RH Z 61/9"
De V4 of “Rheinbote” raket is ongetwijfeld het minst bekende wapen dat dienst moest doen als vergeldingswapen. Uiteindelijk werd het enkel ingezet tegen Antwerpen om strategische redenen, net als bij de bekendere V1 en V2 toen.
Het principe van de meertrapsraket bestond in het verre Oosten al sinds de middeleeuwen en werd in de jaren voor WO2 reeds onderzocht.
Om de reikwijdte van artillerie te verhogen zonder de mobiliteitsproblemen van steeds zwaarder geschut ontwikkelde het bedrijf Rheinmetall-Borsig vanaf 1943 een ontwerp met 4 afzonderlijke aandrijvingen of “trappen”. De grote afstand die zo overbrugt kon worden en het potentieel om ze in grote aantallen in te zetten maakten dat ook dit wapen een bruikbaar instrument geacht werd voor zij die de vergelding tegen Engeland planden. Ondanks de plannen voor de productie van duizenden stuks zouden er uiteindelijk 220 geproduceerd zijn.
Om een projectiel van 40 kg, waarvan zo’n 30kg springstof, de gewenste 160km ver te brengen werd een combinatie van 4 raketten gebruikt, meer dan 11m lang.
De eerste trap met 6 uitlaten vuurde slechts 1 seconde waarbij de raket met 20m per seconde de lucht in schoot. Ondanks de korte duur voor zijn ontkoppeling viel deze trap reeds op zo’n 3 km van het lanceerpunt. De volgende trappen vuurden na 2, 12 (duur 5 seconden) en 22 seconden (3 seconden). De laatste trap bleef na het vuren bevestigd aan de lading. Met een topsnelheid van bijna 6000 km/u en een hoogte van zo’n 80 km kon met de juiste parabool zo een doel op grote afstand getroffen worden.
Ze werden afgevuurd met aangepaste Meillerwagens, ontwikkeld voor de V2. Deze werd opgesteld in de gewenste vuurrichting en hoek.
Ondanks de geringe impact als wapen en grote kost aan materialen bij elk schot kwam het bevel om de operationele inzet voor te bereiden.
Nadat in januari 1945 nog lanceringen richting Antwerpen plaatsvonden van nabij Nunspeet werd het hele project enkele weken later stopgezet.
Uit bijkomende tests was ondertussen gebleken dat alle eerdere schoten ver voorbij het doel neergekomen waren. De 64 graden die berekend en gebruikt was als instelling gaf de projectielen niet het verwachte bereik van 165 km maar gemiddeld zo’n 230 km.
Op 6 februari 1945 werd beslist om het Rheinbote project, de snelste raket in WO2, stop te zetten.
In de pers werd de naam V4 vanaf 1945 regelmatig foutief gebruikt voor de Re4 “Reichenberg” wat tot op de dag van vandaag verwarring zaait.
Na het V3 meertrapskanon was de meertrapsraket het “vergeldingswapen 4”, de Re4 kwam voort uit een wapen ter vergelding maar was er zelf geen.