Strandversperringen
"Küstenvorfeldsperre"
Voor het museum staan enkele voorbeelden van de types versperringen die langsheen de Atlantikwall werden opgesteld als strandverdediging. Daarmee werd het bijna onmogelijk om bij vloed een landing uit te voeren en was men verplicht bij laag tij te komen en het strand over te steken. Er waren vele soorten die, zoals het “Rommelsperre” document aangeeft, meestal zelf ook in verschillende types voorkwamen.

Tschechenigel
De “Tschechenigel” of “Spanische Reiter” (Tsjechische Egel of Spaanse Ruiter) was een anti-tank obstakel gemaakt uit 3 metalen hoekelementen. De term Tschechenigel is afgeleid van de origine aangezien deze anti-tank obstakels werden voor de Tweede Wereldoorlog gebruikt aan de fortificaties van Tsjecho-Slowakije aan de grens met Duitsland. In 1938 namen de Duitsers dit over maar ook de Sovjet-Unie gebruikten deze doorheen de oorlog. Ze werden veel gebruikt in de Atlantikwall en waren zeer effectief om tanks te weren uit een defensieve linie omdat ze, zelfs omgewipt door bijvoorbeeld een explosie, hun functie steeds bleven uitvoeren.

Om de poten van de Tsjechische Egels werd soms beton gegoten omdat ze anders niet op hun plaats zouden blijven door de getijden.

In een veld met Rommel asperges speurt een Duitse “Fallshirmjäger” (parachutist) naar zijn vijandelijke collega’s.
Rommelspargel
Betonnen of houten paal van circa 4 tot 5 meter lang, “Luftlandehindernis”, zoals Generalfeldmarschall Erwin Rommel het zelf noemde. Werd met miljoenen in de grond geslagen om luchtlandingen en zweefvliegtuigen tegen te gaan, zo ook aan de Wilrijkse plein en het Middelheim park.
De term “Rommel asperge” werd ook gegeven aan de palen die aan het strand van de Atlantikwall dienden om amfibische landingen tegen te gaan. Bovenaan werd soms ook nog een Tellermine of obus geplaatst. Uiteindelijk bleken de Atlantische Rommelspargel na tests insufficiënt en werden ze grotendeels vervangen door Hemmbalken.

Nußknackermine
Dit type “Nußknackermine” (Notenkrakermijn) werd uitgerust met 1 of 2 anti-tankmijnen en met soms nog een extra 15 cm granaat die werd ingegoten in het beton. De activatie gebeurde met een stalen balk die fungeerde als hefboom. Wanneer er een vaartuig tegen botste werd druk uitgeoefend op de ontsteking van de mijn en zo de lading tot ontploffing bracht. Er werden veel verschillende types Nußknackermine ontworpen en gebruikt.
Tetraëder
Een tetraëder was een versperringsmiddel tegen pantsers en andere voertuigen dat meestal gemaakt werd van beton, relatief makkelijk te verplaatsen en veelal groepsgewijs toegepast om doorgangen af te sluiten. In de Atlantikwall werd de betonnen tetraëder meestal voorzien van ijzeren pinnen die uitstaken om de onderstellen van amfibische voertuigen op te scheuren of te stoppen of werd er een anti-tankmijn opgeplaatst.
(Niet in collectie)
Cointet element

Het origineel en gerestaureerd exemplaar dat sinds 2021 opgesteld staat aan het museum van Eben-Emael (website).
Wim Tuyteleers, auteur van het boek “Het Belgische Cointet-element, 1936 – 1940”, zond ons enkele mooie voorbeelden van Cointet-elementen in Duitse dienst te Antwerpen. Op de kaaien, t.h.v. de Voetgangerstunnel, werden ze op de klassieke wijze gebruikt maar op Linkeroever zien we naast mobiele ook gebetonneerde elementen op de weg.
Panzerkampfwagenmauern
Over grote afstanden werd de kust ook voorzien van een anti-tank muur. De kant van de vijand moest steeds onder schot gehouden kunnen worden en bij doorgangen moest extra bescherming voorzien worden.
